Tijdens mijn 'zoektocht' naar het zelfportret van Vermeer dat ik in opdracht moest doen voor het programma ' De nieuwe Vermeer'.in 2022, heb ik uiteraard heel vaak en heel hard gekeken naar ;' De schilderkunst'. Daarbij de kwelling voelend over de vraag: hoe zou hij er nou uitgezien hebben?! De kwelling werd meer ondraagelijk naarmate ik dit schilderij dieper bestudeerde...aangezien hij zich maar niet wilde omdraaien! 

We zien een schilder (op zn paas best) achter een ezel zitten met penseel en schilderstok in de aanslag..

Algemeen wordt aangenomen dat dit Johannes zelf moet zijn geweest. Maar is dit wel zo? Hoe kon hij zichzelf zo levensecht op de rug geschilderd hebben? Of is het een 'stand-in' die geposeerd heeft als schilder en hoe weten we dan dat het een evenbeeld is van Vermeers rug zelf? Of heeft Vermeer een ledenpop gebruikt waar hij zijn eigen kleding op had gedrapeerd? Het blijven vragen...Wat we wel zien is dat hij de kleding bijzonder 'tactiel' heeft geschilderd en wat mij al sinds lang heeft verbaasd en verwonderd, hoe bijzonder ruimtelijk hij het haar heeft geschilderd...alsof hij 't net had gewassen! M.a.w. het 'Andrelon' gevoel alsof bij een kleine beweging met zijn hoofd z'n haar zou kunnen opwaaien.

De schilder is duidelijk bezig het model op de achtergrond te schilderen op een warmgrijze ondergrond. Echter op een manier dat in zijn tijd ongebruikelijk was. Men schilderde toen voornamelijk eerst een monochrome onderschildering in bruintinten en eigenlijk nooit meteen met de kleuren. Wat wil Vermeer hiermee laten zien? Bedoelde hij een 'short-cut' of een compositorische verwijzing?

Wie de schilder schildert, is ook niet helemaal duidelijk. Maar algemeen wordt aangenomen dat dit een van de negen Muzen Clio moet zijn met een lauwerkrans op haar hoofd, een baziun in haar hand en een zwaar boek onder haar arm. 

Wat voor een boek houdt 'Clio' vast? Is dit het  schildersregister van het St.Lucasgilde van Delft waarvoor met denkt dat Vermeer dit schilderij heeft vervaardigd? Of een of ander klassiek geschrift: Herodotus (eerste geschiedschrijver?) Of de gele gids? Op de tafel zien we wat lappen liggen, een opengeslagen schetsboek (verwijzing naar 'mimesis'?) en natuurlijk een gipsen kop. Maar van wie? Of alleen als symbool van de klassieke voorbeelden? Laat staan of beter gezegd laat 'hangen', de landkaart op de achtergrond met de zeven provincien op z'n kant? Wil Vermeer hier een statement maken, zoals nu de boeren met de Nederlandse vlag? Kortom prachtig geschilderde objecten die tezamen met het grote gordijn een typisch Vermeer-achtige ruimte creeeren. 

Wil Vermeer met dit schilderij zichzelf verheerlijken als groot meester met kennis van de historie? Zichzelf een plaats geven in het pantheon van legendarische schilders? Of toch meer de "Eedele schilderkonst" benadrukken?! 

Na deze iconologische kijk op het schilderij is er voor mij als kunstenaar een ander bijzondere kant aan dit werk. En hiermee komt mijn vergelijking aan bod die ik misschien wat brutaal maak met het schilderij 'Las Meninas' van Diego Velazquez in Het Pradomuseum. 

Wat mij intrigeert in allebei de schilderijen is het spel van het oog die beide schilders met ons spelen. Vermeer en Velazquez werkten ongeveer in dezelfde tijd. Je zou kunnen zeggen, zowel in een Hollandse als een Spaanse gouden eeuw. Beiden waren ook 'tenebristen' voortkomend uit de Barok. Politiek hadden beide landen ook veel met elkaar van doen, om het maar eufemistisch uit te drukken. Maar vooral als 'beeldvertellers' hadden ze m.i. veel van elkaar weg! Als wij de schilderijen met elkaar vergelijken, zien we op allebei de werken een interieur afgebeeldt en ook aan de linkerkant allebei een duidelijk repoussoir in de vorm van een gordijn en een schilderdoek.  Ook staan er op de schilderijen een schilder afgebeeld met penseel in de aanslag! Beide schilderijen zijn tamelijk enigmatisch te noemen! De schilderijen vertonen ongeveer hetzelfde onderwerp: een interieur. Beide schilders speelden met een ingewikkeld vorm van perspectief.  In 'De schilderkunst' van Vermeer vraag je je af; wie kijkt en waar kijkt het naar en hoe moeten wij weer kijken naar dit schilderij? 

We zijn geneigd om in de voorstelling van Vermeer vanuit de plaats van de schilder te gaan kijken. Maar dat klopt natuurlijk niet want er is een 'regisseur' die vanachter het gordijn het geheel bekijkt! Die regisseur moet dan eigenlijk Vermeer zijn die naar zichzelf kijkt? Of kijkt de regisseur via een schilder naar Clio met haar boek? En waar kijkt Clio naar? Niet naar de schilder maar ook niet naar de regisseur! Zij kijkt naar de tafel. Maar wat op de tafel? Het stukje leer of het opengeslagen schetsboek?

De schilder die dus niet Vermeer kan zijn (want we hebben al gezien dat 'de regisseur' veel verder weg zit  en die moet dan Johannes toch zijn?! De schilder lijkt te kijken naar de laurierkrans op het hoofd van Clio. Maar tegelijkertijd kijken wij over de hoofden van de schilder en Clio naar een landkaart op de achtergrond.

Dit gecompliceerde kijkspel speelt zich namelijk ook af in 'Las Meninas' van Velazqeuz! Wij denken te kijken naar een schilderij van de 'Infanta' en haar dwergen. We denken dat dit het hoofdthema is van het schilderij. Maar alhoewel wij ook de schilder zien, is de vraag waar kijkt Velazquez naar? Kijkt hij ook naar de entourage van de infanta en is hij die aan het schilderen op dat immense doek? En waar kijkt de infanta naar zo guitig van opzij? 

Kijkt zij naar ons of naar de schilder?  Op de achtergrond zien we vaag in een spiegel de reflectie van koning Philips IV en koninging Mariana en daarnaast in de deuropening een kamerdienaar? die de trap op of afloopt. Kijken de infanta en een van de dwergen dus eigenlijk naar haar ouders resp. de koning en koningin?  En waar kijkt Velazquez dan naar? Schildert hij niet eigenlijk een dubbelportret van de koning en koningin, terwijl naast hem de infanta en haar hofhouding een beetje aan het spelen zijn met de mastief? Of maakt hij een gedurfd zelfportret met de koning en koningin samen met de infanta als figuranten?

Dit intellectueel spel van waarnemen is wat mij bezighoudt in beide schilderijen en ook dat ik ze eigenlijk niet los van elkaar kan denken. Een fascinerend heen en weer gezwiep van kijkrichtingen die verder gaat dan perspectief 'an sich'!

Maarten Welbergen

 

wordt vervolgd